Pien van der Hoff was vijftien jaar geleden in het UMC Groningen met haar twee jaar oude dochtertje dat met spoed geopereerd moest worden aan een aangeboren nierafwijking. Ze kon toen nog niet bevroeden dat ze jaren later een onbekende jonge man het leven zou redden door hem een nier te schenken.
Mijn naam is Pien van der Hoff, ik ben 50 jaar zeer gelukkig getrouwd en moeder van tien kinderen, waarvan vijf eigen en vijf pleegkinderen. Onze dochter van 17 is vroeger als klein meisje van twee heel ziek geweest. Ze moest met spoed geopereerd worden aan een aangeboren nierafwijking in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Een heftige tijd voor ons als gezin.
Terwijl ik als moeder daar met mijn dochtertje in het ziekenhuis was, liep er een andere, hevig geëmotioneerde moeder, van wachtkamer tot wachtkamer. Ze vroeg ons allemaal of we ons wilden laten testen omdat haar kind aan het overlijden was. Haar kind had een nieuwe nier nodig. Dat was vijftien jaar geleden en het gebeuren had een enorme impact op mij. Het liet me gewoon niet meer los. Die blik in de ogen van die moeder, de wanhoop waarmee ze van wachtkamer tot wachtkamer ging… Ik zei tegen mijn man dat als het mogelijk was, ik daar ooit iets in wilde betekenen. Al wist ik toen natuurlijk nog niet hoe. Wel heb ik eens gebeld naar het ziekenhuis wat de eventuele mogelijkheden waren maar Samaritaans doneren was destijds nog geen optie.
Het leven gaat door, met alle drukte van dien. De kinderen kwamen en ik verveelde me geen moment. Toch was deze gedachte diep van binnen altijd aanwezig. Vanwege een ritmestoornis moest ik een keer helemaal gescreend worden. Alles werd nagekeken en toen de artsen de scan van mijn nieren zagen, vertelden ze me dat één van mijn nieren een extra slagader had. Ik vroeg de radioloog wat dat betekende en hij zei: “Stel dat je er ooit één zou doneren, dan hou je een goede over”. Deze opmerking haakte aan bij iets van heel lang geleden en ik besloot de stap te nemen om Samaritaans te doneren. Ik heb me opgegeven bij het UMC St Radboud in Nijmegen en na een reeks van onderzoeken – je moet zelf supergezond zijn - was er groen licht om door te gaan.
Samaritaans doneren wil zeggen dat je een nier doneert aan iemand op de wachtlijst die je niet kent. Een volstrekt onbekende, in mijn geval een jonge man. De uitdrukking verwijst naar de Barmhartige Samaritaan uit de bijbel. Begin april 2009 werd ik geopereerd. ’s Morgens om acht uur ging de nier er bij mij uit en om elf uur diezelfde ochtend bij een jonge man erin. In no time was ik weer op de been en voelde ik me super. Het is me honderd procent meegevallen. Ook gewoon de wetenschap dat je hebt kunnen geven aan een jonge man die weer een nieuw leven heeft. Een nieuw begin voor hem. Ik heb op die ochtend in april wat gegeven maar er ook zeker wat voor teruggekregen. Iemand een tweede leven kunnen geven is geweldig!’