Vlak voor Pasen krijgt Flip Schoonhoven te horen dat zijn vrouw een ernstig auto-ongeluk heeft gehad. Men vreest voor haar leven. Hij moet met spoed naar het ziekenhuis. Eigenlijk weet Flip diep in zijn hart dan al dat hij afscheid zal moeten nemen.
Het is Goede Vrijdag, het werk zit erop. Ik wens m’n collega’s fijne paasdagen en een goed weekend. Nietsvermoedend loop ik samen met een collega naar de parkeerplaats en daar aangekomen word ik gelijk staande gehouden door twee politieagenten. Nadat ze me enkele vragen hebben gesteld, delen ze mee dat mijn vrouw een zeer ernstig auto-ongeval heeft gehad. Ik word dringend verzocht mee te komen naar het UMC Groningen.
Wat er dan allemaal met me gebeurt kan ik niet in enkele woorden samenvatten. Binnen een paar minuten ben ik op de afdeling Spoedeisende Hulp waar diverse mensen me al staan op te wachten. De trauma-arts die me het slechte nieuws vertelt, is heel duidelijk en open: mijn vrouw heeft zwaar hersenletsel en ze reageert helaas nergens op. Ik moet rekening houden met het ergste. Verder onderzoek moet uitwijzen of ze misschien ook inwendig letsel heeft opgelopen. Dat blijkt het geval te zijn. Een verpleegkundige vraagt me of ik m’n vrouw nog even wil zien want ze moet met spoed naar de OK.
Die beelden vergeet ik nooit meer en dan is het voor mij al gelijk duidelijk: ik ben naar het UMCG gekomen om afscheid te nemen van mijn vrouw. Tijdens de spoedoperatie word ik constant op de hoogte gehouden over de situatie van mijn vrouw. Na enkele uren vertelt een professor dat de hersenbeschadiging nog ernstiger is dan verwacht; herstel is nagenoeg uitgesloten. Mocht m’n vrouw toch nog ergens op reageren, wat uit vele verdere onderzoeken moet blijken, dan zal ze waarschijnlijk kunstmatig in leven worden gehouden. Dat is iets wat mijn vrouw absoluut niet wilde maar daar kan op dat moment niemand nog iets over zeggen.
Na de spoedoperatie wordt mijn vrouw naar de IC gebracht waar ze 24 uur lang wordt bewaakt, onderzocht en geobserveerd. Rekening houdend met het allerergste wordt mij tijdens de onderzoeken gevraagd of ik op de hoogte ben van mijn vrouw’s donorregistratie. Of ik akkoord ga met haar positieve registratie voor orgaandonatie, mocht ze komen te overlijden (hersendood). Deze beslissing is voor mij gelukkig niet moeilijk want we wisten van elkaar dat we bij overlijden onze organen beschikbaar zouden stellen. Als ik bevestigend antwoord, word ik uitgebreid geïnformeerd over de procedures die voor de komende 24 uur gepland staan. Van de eerste tot de laatste minuut vertelt men ons wat voor onderzoeken en testen ze doen en waarom.
Overal word ik bij betrokken en iedereen geeft me tekst en uitleg. Geen seconde hoef ik te wijken van het bed van mijn vrouw, ik kan zolang bij haar blijven als ik wil. De klok tikt door en de laatste test staat gepland. Drie specialisten zijn aanwezig om dit proces te begeleiden samen met de transplantatiecoördinator die constant contact onderhoudt met andere ziekenhuizen waar mogelijke patiënten kunnen worden opgeroepen. Ook op deze laatste test reageert mijn vrouw niet. Op eerste paasdag wordt het heel stil want om even over tweeën in de middag is mijn vrouw officieel hersendood verklaard, wat betekent dat ze overleden is.
In alle rust kunnen we afscheid nemen en wordt mijn vrouw voorbereid voor de orgaandonatie. Voor de transplantatiecoördinator begint dan het werk want samen met haar team heeft ze de volledige zorg voor mijn vrouw. Ook nu word ik weer zorgvuldig geïnformeerd en goed begeleid. Als de coördinator alles heeft voorbereid en de uitnameteams van diverse ziekenhuizen op de OK klaarstaan om de organen uit te nemen, is voor mij het moment van afscheid nemen echt aangebroken. Samen met verpleegkundigen en specialisten mag ik mijn vrouw op haar laatste reis naar de operatiekamer begeleiden. Dat is voor mij heel belangrijk.
Gedurende de operatie worden we om het halfuur door de coördinator op de hoogte gebracht over het verloop. Als uiteindelijk na vele uren opereren vijf organen met succes zijn uitgenomen, kan ik ondanks alle verdriet alleen maar vreselijk trots zijn op een geweldige vrouw die ook na haar overlijden veel voor andere mensen zal betekenen. Het meest indrukwekkende, aangrijpende en ontroerende moment is wel als ik een helikopter weg zie vliegen en weet dat haar hart nu onderweg is naar een hartpatiënt ergens in het land. Ik voel me verdrietig maar gelijktijdig ook gigantisch trots.
Na de operatie komt mijn vrouw terug op de IC-afdeling en kunnen we in alle rust afscheid nemen. Een week later houden we een plechtige uitvaart voor mijn vrouw.
De ontzettend goede begeleiding, informatie en open communicatie door alle betrokkenen in het UMCG en een evaluatiegesprek na enkele weken, hebben diepe indruk op me gemaakt. Als ik een jaar later hoor dat het met de orgaanontvangers goed gaat dan kan ik alleen maar vreselijk trots zijn op m’n vrouw die andere mensen een beter of nieuw leven heeft gegeven dankzij haar positieve donorregistratie. De laatste wens van mijn vrouw is hiermee meer dan in vervulling gegaan.