In de fraaie Grote Kerk van Naarden zijn ruim 500 getransplanteerden, hun dierbaren, nabestaanden van donoren, donoren bij leven en andere geïnteresseerden bijeen. Ze luisteren naar de Klezmermuziek van de band Rozjinkes. Hun muziek, met Jiddische invloeden, verklankt geluk vermengd met droefheid. Daarmee treffen ze ogenblikkelijk de juiste snaar.
Sinds oktober 2011 staat op het pleintje naast de Grote Kerk van Naarden het nationaal donor monument De Klim. Enkele tientallen meters verderop vind je het beeld van Comenius, de grote Tsjechische denker en pedagoog. ‘Het ene beeld is modern, het andere klassiek. Maar het bijzondere is dat zij ten opzichte van elkaar in het geheel niet detoneren.’ Daarop wijst mevrouw Sylvester, burgemeester van Naarden, en ze vervolgt dat ‘de wereldwijde verbondenheid tussen mensen – ongeacht hun afkomst, ongeacht hun geloof – een belangrijke component in het denken van Comenius was. Ook doorzag hij de onlosmakelijke verwevenheid van twee basiswaarden in het menselijk bestaan: geven en ontvangen.’
Met deze woorden is de grondtoon van deze bijzondere middag gezet. Een aantal sprekers vertelt over geluk en verdriet, over dood en leven, over geven en ontvangen.
Warna Krijgsman eindigt haar verhaal over de harttransplantatie van zoon Krijn met: ‘Leven en dood raken elkaar. Wanneer het grote verdriet komt, weet niemand. Wat we wél zelf in de hand hebben, is het zoeken naar momenten van vreugde. Momenten om het leven te vieren.’
Gerda Vinck besliste zeventien jaar geleden over het donorschap van haar stervende man en stelt nu: ‘Ik begrijp de gevoelens van dankbaarheid bij getransplanteerden. (…) Maar in mijn rouwverwerking heeft de orgaandonatie nauwelijks een rol gespeeld. Het leren leven zonder mijn man stond centraal. Pas later is het beschikbaar stellen van zijn organen en weefsels wel troostend geworden.’
Hilly Baas gaf als donor onlangs veertig procent van haar lever aan een onbekende patiënt: ‘Waarom niet? Ieder leven is uniek! Ik wilde iemand die ene kans op meer kwaliteit van leven geven!’
Yvette Draisma, met een tweede lever, probeert zo veel mogelijk positieve aandacht voor orgaandonatie te genereren: ‘Dat gaat niet altijd vanzelf, het gebruik van medicijnen gaat zijn tol eisen en leeftijd speelt langzaam ook een rol. Maar ik leef voor de volle 100%!’
Mariëlle Asselbergs (ook levergetransplanteerd) valt haar bij: ‘Ja, ik heb last van jicht, hoge bloeddruk, slechte nierfunctie, trombose, virussen en afstotingsverschijnselen. Maar telkens is er weer een weg om het leven te vieren!’
Haar tienjarige zoon Midas droomt met open ogen: ‘Ik wil in de toekomst iets gaan verzinnen voor donatie en transplantatie. Misschien namaakorganen of iets dat je minder snel ziek wordt.’
Tussen deze verhalen door luistert een zeer betrokken publiek naar de ijle en breekbare muziek die Pip van Steen gecomponeerd heeft bij de teksten die Godfried Beumers speciaal voor deze TransplantERENdag schreef. De liedteksten en melodieën worden ragfijn vertolkt door zangeres Ine van Huet, de acteurs Louise Broekhuijsen en Beumers zelf, door Eugène Flören (marimba) en Inja Botden (cello), terwijl de componist de dwarsfluitpartij voor zijn rekening nam.
Zo wordt de TransplantERENdag 2014 een indrukwekkende manier van terugkijken, herdenken, vooruitkijken en vieren. Het motto IK LEEF wordt door honderden mensen herkend en onderstreept met een klaterend applaus.
In juni 2016 zal er weer een TransplantERENdag zijn.
Godfried Beumers